De verschillen tussen moederland en vaderland

De verschillen tussen moederland en vaderland

(Naschrift Van Venus tot Madonna: De Omslag van Moederland naar Vaderland p. 478-87)

De waslijst aan verschillen tussen het moeder- en het vaderland is lang en zou nog veel langer kunnen zijn. Maar het is te hopen dat je door de tegenstelling tussen de twee polen de contouren van beide landen, het vaderland én het moederland, in beeld krijgt. De ompoling is het beste bewijs voor het moederland.

Moederland Vaderland
+ In het moederland heeft de koningin meerdere minnaars, zij heeft een vrije keuze. – In het vaderland worden bruiden geschaakt, tot op de dag van vandaag worden bruiden geroofd in Kirgizië.
+ In het moederland is een maagd een vrouw die op zichzelf staat en zelfstandig is. Men gebruikt de term ook om er een meisje van huwbare leeftijd mee aan te duiden. Ze hoeft niet noodzakelijkerwijze een ‘virgo intacta’ te zijn, dus een ongeschonden maagdenvlies te hebben. In de bijbel komt het begrip ‘maagd’ voor in de zin van meisje van huwbare leeftijd. Je vindt de ‘maagden’ in de zin van meisjes van huwbare leeftijd onder andere in de harem van de koning! – In het vaderland wordt de grondbetekenis van het begrip maagd omgebogen in seksuele richting. Het begrip maagd wordt versmald tot een ongeschonden maagdenvlies, waarin het deel voor het geheel staat. Het is een ‘pars pro toto’.Kuisheid wordt populair. Seks is zondig. Het lichaam is zondig. De enkele overgebleven priesteressen moeten maagd zijn en vooral maagd blijven.
+ In het moederland is de drempel heilig. Via de deuropening en de drempel betreedt je de tempel of de baarmoeder van de godin Als je trouwt, til je de bruid over de drempel. Dat is een bekende gewoonte. Het symbolisch je bruid over de drempel tillen, heeft te maken met het feit dat vroeger in het vaderland de tegenstribbelende geroofde maagden tégen hun wil in een vreemd huis werden binnengedragen.
Het staat in schril contrast met de het romantische sausje dat dit geweld tegen vrouwen later krijgt.
+ De drempel of de ‘limen’ overgaan symboliseert in het moederland ook een overgang naar ander bewustzijn.+ In het moederland is niet alleen de drempel maar ook de deuropening heilig. Er is de platte liggende steen boven op de twee staande stenen. Samen vormen zij de deuropening. De platte steen wordt als een vrouwelijke steen beschouwd, het is de dolmen.
+ De deuropening wordt rood geschilderd omdat rood het vrouwelijke levensbloed symboliseert. In Egypte smeert men rood bloed op deurposten bij plechtigheden.+ In het moederland is het bloed, ook het menstruatiebloed, heilig. De vulva is heilig. – In het vaderland is het menstruatiebloed onrein. De vulva wordt de schaamheuvel. De vrouw wordt afgezonderd wanneer zij haar onreine stondes heeft. Menstrueren en baren gelden als onreine perioden. Vrouwen moeten zich dan lange tijd afzonderen.
+ In het moederland is de yoni of vulva heilig. Het symbool van de vulva is de driehoek met de punt naar beneden of de omgekeerde u. Het eerste leven stamt uit het oerwater. Vandaar dat symbolen die iets met water hebben zoals de vis en de schelp de vruchtbare waterige oerbaarmoeder of vulva symboliseren.+ In het moederland maakt de fallus later deel uit van de cultus. – In het vaderland groeit de falluscultus uit tot fallusverheerlijking. Men begrijpt niet meer dat de fallus oorspronkelijk een functie had bínnen de vruchtbaarheidsrituelen.
+ Vrouwenbesnijdenis schijnt ouder te zijn dan die der mannen. Het zou oorspronkelijk een eervol ontmaagdingsritueel geweest zijn voor meisjes die de pubertijd bereiken. Het is het toegang krijgen tot volwassenheid.Men ziet de besnijdenis zowel voor meisjes én jongens als een tweede geboorte in de volwassenheid. Het is een initiatie of inwijding.Besnijdenis van jongens die de pubertijd bereiken zou hieruit ontstaan zijn. Hún besnijdenis zou van origine een imitatie-ritueel zijn van het ontmaagdingsritueel van meisjes.Bij een enkele stam worden de jongens die deze pubertijdsrite ondergaan aangekleed als meisjes. – In het vaderland besnijdt men jongens van dertien jaar en later de jongensbaby. Men verwijdert de voorhuid. De besnijdenis van meisjes verwordt tot een gruwelijk verminkingsritueel. Men verminkt de geslachtsdelen van meisjes in de hoop dat ze langer maagd blijven en sneller een man vinden. Je hebt drie soorten besnijdenis. In het ergste geval worden clitoris, binnenste én buitenste schaamlippen weggesneden. Daarna wordt alles dichtgenaaid. Dit heet infibulatie. Het is een uiterst zware verminking waardoor het meisje moeilijk plast, ongesteld wordt, seks heeft, zwanger is en een kind krijgt. Zij moet naar het ziekenhuis om ‘opengesneden’ te worden voordat het kind kan passeren.
+ Een harem is in het moederland in Arabië een tent van vruchtbaarheid. Vrouwen én mannen zijn vrij om te gaan en staan waar zij willen.+ In het moederland komt het bij koninginnen voor dat zij meerdere mannen heeft. Dit verschijnsel heet ‘polyandrie’. – In het vaderland kent men polygynie. De koningen hebben een harem, waar honderden vrouwen in opgesloten worden. Sommige rijke mannen ‘houden’ meerdere vrouwen. In sommige Islamitische landen is polygynie nog steeds wettelijk toegestaan.
+ In het moederland draagt de moedergodin de hoorns van de hemelkoe. Het is de kosmische moeder die symbolisch de melkweg van sterren baart. Haar dochter erft deze hoorns. Ook haar zoon, het stierkalf van de moederkoe, draagt de hoorns van de stier. De hoorn geldt als symbool van goddelijkheid.Sommige koningen laten zich afbeelden met hoorns (verwording van het symbool in Mesopotamië). Er zijn beelden van Mozes die hoorns draagt. Dat geldt als een teken van eer. – In het vaderland draagt de duivel hoorns.
+ De moeders kennen in hun moederculturen het koningsoffer en het stieroffer. – In het vaderland is hiervan het stierenvechten overgebleven.
+ In het moederland heeft dik zijn een magische functie; dik zijn betekent vruchtbaar zijn. – In het vaderland zijn er culturen waar men de vrouwen kustmatig vetmest om gewichtig over te komen.
+ In het moederland wordt de naakte godin geëerd. Zij wordt universeel zo afgebeeld. In het moederland lopen vrouwen graag naakt. – In het vaderland moeten vrouwen hun lichaam bedekken met lange gewaden en sluiers. Dit is slecht voor het beenderengestel. Via het zonlicht neemt de onbedekte huid vitamines op.
+ In het moederland kent men het heilig huwelijk. Men beleeft seksualiteit als heilig. De priesteressen leven in een soort kloosters bij de tempel. Hieruit groeien de latere ascetische kloosters. – In het vaderland worden voormalige tempelpriesteressen die gespecialiseerd zijn in ‘het heilig huwelijk’ hoeren en heksen. Er is dus de omkering van heilig huwelijk naar verering van de maagdelijkheid.
+ In het moederland kent men het ambt van priesteres. – In het vaderland raakt het ambt van priesteres in onbruik. Er worden naar verhouding steeds meer priesters aangesteld.
+ In sommige delen van het moederland dingen mannen naar de hand van een vrouw. Zij maken zich mooi en hopen door haar uitverkoren te worden. – In het vaderland is andersom.
+ In het moederland is de moeder van het kind belangrijk, de vader minder. – In het vaderland wil de vader zeker zijn dat híj de vader van het kind is. Hij perkt de vrijheid van de vrouw die potentieel moeder kan worden, structureel in.
+ In het moederland straalt sacrale vrouwenkleding nog gezag uit. Koninginnen spreken recht en zijn opperpriesteres. – Uit die tijd stamt de gewoonte dat mannen zich graag hullen in lange vrouwenkleding. Dit zie je vandaag nog terug in de kleding van priesters en andere ambtsdragers.
+ In het moederland zijn vrouwen de rekenwonders die menstruatie- en zwangerschapcycli op maankalenders bijhouden. Zij leren het eerst noteren aan de hand van gecodeerde rekensystemen. Zij vinden de mathematica uit. – In het vaderland worden uitsluitend de jongens opgeleid. Zíj leren rekenen en schrijven. Zij worden de priesters die de heilige teksten kunnen lezen. Zij hebben het monopolie op kennis.De meisjes wordt deze kennis bewust onthouden. Voorbeelden zijn vaderculturen in Israël en India (Brahmanen).
+ In het moederland zijn de vrouwen economisch zelfstandig en bezitten land en huis. De man trouwt in hun familie in. De kinderen heten naar de moeder en de dochters erven haar bezit. – In het vaderland zijn vele vrouwen over de hele wereld economisch afhankelijk en hebben een opleidingsachterstand. Zelfs als vrouwen in westerse landen die achterstand hebben
ingelopen, weten ze toch niet zo door te dringen in politiek, religie en wetenschap dat de verhouding tussen mannen en vrouwen hier in balans is.
+ In het moederland maken de vrouwen kunst. Zij beschilderden de potten waarin men de voedselvoorraad opslaat, met de oude symbooltaal. Zij beschilderden tijdens de schoonmaak in de lente opnieuw de muren van het huis. Zij vormen uit klei of iets anders de oude vruchtbaarheidsbeeldjes voor het huisaltaar met de hand en met hun ziel. – In het vaderland maken mannen containers voor voedsel en voorraden mechanisch en op grote schaal.
+ In het moederland bewerken vrouwen soms in ploegen samen het land. Ze houden er kleine tuinen op na. De mannen jagen of hoeden het vee als herder. De samenleving is kleinschalig en democratisch. – In het vaderland gaan de mannen grote kuddes hoeden, zij verwerven bezit. Zij gaan zich binnen landbouw en veeteelt bezig houden met grootschalige en mechanische productie Overschotten worden verhandeld. Bezit moet verdedigd worden. Er ontstaan stadstaten met aan het hoofd een koning, ambtenaren en militairen. De samenleving wordt hiërarchisch en economisch georganiseerd. Vrouwen, kinderen en slaven worden onderdrukt en misbruikt.
+ In de nadagen van het moederland beperkt zich de religieuze functie van de vrouw tot het eigen huis. Zij speelt een rol in de volksgodsdienst of huis- en streekgodsdienst. De vrouw is de priesteres van haar eigen huis. Zij onderhoudt het contact met de geesten van overleden voorouders. Dezen worden onder de huizen en slaapplaatsen begraven. Men droomt van hen en verwacht van hen voorspoed en vruchtbaarheid. Ze blijven tot de familie behoren. – In het vaderland begraaft men de doden steeds meer buiten het dorp. De graven van de mannen worden steeds rijker. Er gaan wapens mee het graf in. De mannen krijgen functies binnen de staat en de staatsgodsdienst.
+ In het moederland is het getal dertien heilig. Het heeft te maken met de dertien maandagen die nodig zijn om de wassende maan vol te maken. Er zijn dertien maanmaanden van acht en twintig dagen nodig om een jaar vol te maken. – In het vaderland is het getal dertien een ongeluksgetal.
+ In het moederland danst men veel in spiralen. De lichte lente-helft van de maand danst men linksom in een uitgaande beweging tot de maan vol en rond is. Men danst linksom en naar buiten tót men halverwege het jaar is. Daarna danst men de spiraal rechtsom weer naar binnen tot de maan donker is of wanneer men de  donkere herfst-kant van het jaar ingaat. Het linker- en het rechterpad worden op heilige rituele momenten gedanst. Hier is de linkerkant van het lichaam, de kant waar het hart klopt, heilig. Hier is links heilig.  – Bij de vaders is links iets negatiefs. Links heeft iets ‘sinisters’ (Latijnse vertaling van woord links). De rechterhand is beter dan de linkerhand. Het vrouwelijke is links.
+ In de prehistorische grotten vond men veel meer afdrukken van linker- dan rechterhanden.  
+ De linkerkant van het lichaam staat in verbinding met de rechterhersenhelft, de kant waar volgens hersenonderzoekers de diepere gevoelslaag zit; vrouwen kunnen makkelijker van links naar rechts schakelen en omgekeerd omdat zij meer zenuwverbindingen hebben. – De rechterkant van het lichaam staat in verbinding met de linkerhersenhelft, de rationele en logische kant van het brein.
+ Tijdens het dansen in reien worden allerlei ritmen met de handen en voeten aangegeven. Er wordt in koren gezongen. Vrouwen zijn specialisten in de kunst van het dichten en muziek maken. Het is een belangrijke emotionele uitlaadklep.
+ In het moederland dansen de priesteressen op rituele feesten met heilige maskers op. De drager van het masker symboliseerde de diergod(in) of god(in). Diergodinnen zijn overal in de meerderheid bij diergoden (zie appendix). – In het vaderland is het dragen van maskers lange tijd verboden. Daarna staat de kerk het dragen van maskers toe bij het Carnavals-feest. Het woord ‘maska’ of masker schijnt een van de officiële kerkelijke benamingen voor ‘heks’ te zijn. 
+ In de mythen van het moederland ligt het paradijs in het Westen. – In die van het vaderland ligt het paradijs in het Oosten.
+ In het moederland is het paradijs vaak een tuin of lusthof met bloeiende bomen, vaak appelbomen. Het is een appelparadijs. De appel is het symbool voor wedergeboorte en eeuwig leven. Het symbool van de appel wordt in tal van mythen en riten positief gebruikt. De granaatappel is een vruchtbaarheidssymbool. – In het vaderland eet de mens van een verboden vrucht en wordt verjaagd. In de bijbel spreekt men over een vrucht en geen appel. De appel wordt in de traditie het symbool van het kwaad. Men kent de zondeval en de erfzonde. Men kent het laatste oordeel, het vagevuur en de hel. Het zijn allen uitvindingen van het vaderland.
+ In het moederland is er aandacht voor de aarde, de natuur en het lichaam. De hele schepping vloeit voort uit de baarmoeder van de verborgen kosmische moeder. Er is sprake van een contact met de uiterlijke wereld vanuit de innerlijke wereld. – In het vaderland is er sprake van een verlies van innerlijk contact. Er groeit een respectloos omgaan met de natuur omdat het als dood ding ervaren wordt. Men staat er los van. De natuur raakt uitgeput. In het vaderland is men sterker gericht op de buitenwereld dan op binnenwereld.* In de nieuwste wetenschappelijke quantum-onderzoek ontdekt men een onzichtbaar veld of matrix op sub-atomair niveau van waaruit alle zichtbare verschijnselen zich kortstondig en altijd wisselend voordoen.
+ In het moederland ervaart men het zwanger zijn en de bevalling als iets elementairs. Het heeft te maken met het vermogen tot leven geven. Het is iets dat in verbinding staat met de energie van de verborgen Moeder. – In sommige culturen ontstaat de uitwas dat vaders zich zó met hun zwangere partner identificeren dat zij zelf zwanger lijken en door de kraamvrouw verzorgd moeten worden. Het is de gewoonte van het mannenkraambed of de couvade. Sommigen vatten het op als behoefte van de mannen om ook moeder te worden, dus als een soort schijnmoederschap.
+ Vrouwen hebben van oudsher ook een relatie met de dood. Zij rouwen en klagen en tonen emotie. Mannen hebben die verbinding met leven en dood in het moederland niet. Zij moeten zich hier het recht verwerven om te mogen huilen. – In het vaderland krijgen de zonen een harde opvoeding. Er wordt hen geleerd dat het tonen van emoties een teken van zwakte is. Zij mogen niet (meer) huilen.- Het klaagvrouw zijn blijft in het Midden-Oosten in de oudheid binnen het vaderland een van de weinige officiële vrouwenberoepen.
+ De onderwereld wordt in het land der moeders als plaats van groei en voortleven opgevat. – Bij de vaders is het hel en verdoemenis wat de klok slaat. De religie is veelal gebaseerd op angst. Om te voorkomen dat de hel al te veel eeuwigheidswaarde krijgt, vindt men het vagevuur of het voorgeborgte uit. Dat is een soort wachtkamer, waar je tijdelijk blijft om tot inzicht te komen.
+ In het moederland staat het eten van bonen in verband met het zwanger worden (van geesten van voorouders). Vrouwen mogen op bepaalde momenten bonen eten. Mannen niet. – Er bestaat in het oude Rome een ceremonie tijdens de winterzonnewende. Dan kiest men een koning. Later ontstaat in middeleeuws Engeland de gewoonte om op de kortste dag een pudding te maken met een boon erin. Degene die de boon in de mond krijgt, mag tijdelijk de koning zijn. Wij kennen de traditie van de koek met de boon erin op het Driekoningen-feest.
+ Bij de moeders is zwart positief. Zwart omvat het al en alles. Het is alomvattend. – Bij de vaders is zwart negatief. Het is de kleur van de rouw.
+ In het moederland viert men met Pasen het vruchtbaarheids- en lentefeest – Binnen het christendom viert men in de lente het oude herfstfeest van het goden- en koningsoffer. Men gedenkt in de lente dat gods zoon geofferd is en na drie dagen herrijst.
+ In het moederland eert men de heilige boom in allerlei culturen. Het is de boom die Leven geeft. De boom van Leven is een belangrijk symbool dat in allerlei culturen terugkeert.+ De boom of pilaar die opgericht wordt, symboliseert de geestelijke opgang van de mens, de weg naar een gevleugeld bewustzijn. Dit wordt geboren nadat het mannelijke en vrouwelijke via de reis door de chakra’s boven in de kruin tot een samensmelting komen. De mens ervaart innerlijk een heilig huwelijk en schenkt vervolgens het leven aan een innerlijk kind, het eenheidsbewustzijn. – In het vaderland zien we de boom terug in het kruishout. Het is uitgegroeid tot een internationaal symbool van lijden.
+ In het moederland zien we het eren van het beeld. – In het vaderland zien we het onteren van het beeld. Het mondt uit in talrijke beeldenstormen. Je ziet het eren van de letter, het boek en de wet. Geleerde mannen mogen de heilige tekst interpreteren. Zij vaardigen in naam van de grondlegger wetten uit die als ‘de traditie’ goddelijke status krijgen.
+ In oude tijden zijn lichaam ziel en geest één. Muziek, dans, zang en poëzie zijn zeer belangrijk omdat je hiermee de ziel en de geest kunt beïnvloeden. – Bij de vaders wordt het lichaam als kerker van de ziel gezien. Men dient zich van het stoffelijke of natuurlijke te onthouden, zich er dus verre van te houden. Dat heet ‘vergeestelijken’.
+ In het moederland is er het vrouwelijke als het eeuwige en constant wisselende. Het mannelijke is het sterfelijke principe. – In het vaderland is er de omkering. Het mannelijke krijgt eeuwigheidswaarde en het vrouwelijke wordt het onbestendige en sterfelijke, het natuurlijke en stoffelijke, het minderwaardige, het slechte.
– Je ziet aan de ene kant bij de vaders een neiging het vrouwelijke op te hemelen, aan de andere kant de neiging om het verlagen en te demoniseren. Demonen treden op in drietallen en spiegelen zo de oude vrouwelijke drieheid van dochter-moeder-grootmoeder. Het zijn de drie gestalten van de maan wanneer hij wast, vol is en afneemt en donker wordt. Demonen zijn veelal vrouwelijk. De duivel krijgt soms vrouwelijke trekken.
+ In het moederland worden de aarde en de elementen als heilig ervaren. – In het vaderland vinden de zonne- en luchtgoden een plaats in de hemel en worden de aarde en de elementen in en onder de aarde ‘weggewerkt’ en gedemoniseerd. Godinnen die dit proces overleven worden met de goden opgehemeld. Zij worden ‘de Koningin van de Hemel’. Talloze godinnen dragen deze eretitel.
+ In het moederland zijn polen als geest en stof, geest en natuur en mannelijk en vrouwelijk  onderdeel van een polariteit. Het zijn delen van één geheel. – Bij de vaders worden geest en stof, cultuur en natuur, geest en ziel met lichaam, goed en kwaad, volmaakt en zondig en man en vrouw uit elkaar gehaald. Ze worden als duale tegenstrijdige principes opgevat.- Het is een proces dat bij Griekse geleerde mannen, de zogenaamde filosofen, begint. In de plaats van minnaars van Sophia (filo-sophia) worden veel filosofen geen minnaars maar haters van het vrouwelijke. Dat verschijnsel noemt men ‘mysogenie’ of vrouwenhaat.
– Na de filosofen volgen de theologen. Het vrouwonvriendelijk denken der filosofen werkt door in de begrippen van de godsdiensten van het boek, waarin men deze ‘mode der filosofen’ overneemt. Theologen ontwikkelen de tradities van het jodendom, het christendom en de islam. Tradities zijn slechts de interpretaties van de eerste generaties volgelingen van de grondlegger. De leerlingen stellen hún tijdgebonden interpretatie tot eeuwige wet. Zij ontwikkelen vanuit de filosofie extreem vrouwonvriendelijke denkpatronen. Vrouwelijke termen worden geneutraliseerd en vermannelijkt. Het wordt moeilijk achter geneutraliseerde begrippen het oorspronkelijk vrouwelijke te herkennen. Maar het vrouwelijke blijf je herkennen aan de symbolen.
+ Hetairen en courtisanes vormen in het vaderland de zwakke echo van de seksuele vrijheid die vrouwen in het moederland genieten.  – In het vaderland ontstaat het beroep van prostituee. Ook nu nog in 2005 worden er jaarlijks in Bombay 50.000 meisjes van veraf gelegen gebieden ‘aangekocht’ om in gevangenschap als prostituee te werken. Het zijn seksslavinnen. En dan pocht men dat in het vaderland ooit de slavernij werd afgeschaft.
+ In het moederland beweegt de vrouw zich vrij in de samenleving – In het vaderland moeten vrouwen in (het vrouwendeel van) het huis blijven en mogen de straat niet op. Vaders vertonen een panische angst voor dochters die hun maagdelijkheid zouden verliezen en zo de familie-eer schenden. Ze vinden een nieuw argument de vrijheid van hun dochters te beperken. Een greep uit de beperkingen en fysieke verminkingen waar vrouwen in het vaderland mee te maken krijgen:- Er is de genoemde vrouwenbesnijdenis.- Er zijn beperkingen in de bewegingsvrijheid in de vorm de sluier en zware soms zwarte kleding die de vrouwen onder hoge temperaturen van top tot teen én de ogen bedekt. Voor de ogen dragen ze een zwart gaas. Ze zien de wereld door een venster van tralies. Ze dragen bij hoge temperaturen handschoenen en sokken waardoor elke porie van de huid bedekt is.- Meisjesbabies worden in allerlei antieke culturen gedood om te voorkomen dat men aan de volwassen dochter een bruidsschat moet meegeven.
– In China kent men van de 7e tot de 19e eeuw het voetbinden. Op hun ingebonden voetjes van tien centimeter kunnen de aristocratische vrouwen niet meer lopen. Zij moeten zich kruipend voortbewegen. Het worden bewegingloze mooi opgemaakte poppen, marionetten.
– In India komt het voor dat meisjes wanneer ze in de schoonfamilie moeten introuwen, hier als slavinnen gebruikt worden; bruiden die te weinig bruidsschat meekrijgen worden slachtoffer van verminkingen waarbij hun gezicht voorgoed met zoutzuur verminkt wordt; het verschijnsel heeft de naam ‘fornuisbranden’ meegekregen.
– Bij moslims wordt een vrouw die overspel pleegt gestenigd of zij krijgt haar neus afgesneden. Over het overspel dat de man pleegt werd tot voor kort nauwelijks of niet gesproken.
– In India werden tot voor kort weduwen verbrand wanneer hun man overleed. Dan was men het gevaar van wat men maatschappelijk zag als een ‘loslopende’ vrouw kwijt.Allerlei ontwikkelingen op maatschappelijk en religieus gebied maken duidelijk dat men in het vaderland een eind tracht te maken aan tal van misstanden.